zondag 27 mei 2007

Lanzarote, the story

Als ik terugdenk aan vorig jaar, de dagen die aan de wedstrijd voorafgingen, zijn de gevoelens van toen niet te vergelijken met deze van dit jaar. Dit jaar heb ik de dagen niet beleefd zoals ik ze moest beleven. Er zijn teveel piekermomenten geweest over de conditie, het minder goede weer in Lanzarote was ook één van de factoren, fysieke ups en downs gingen vooraf aan de wedstrijd. Maar je bent op Lanzarote, je bent ingeschreven voor de wedstrijd, en ik zou “no matter what” van start staan in deze wedstrijd. Volgens de dokter moest ik de antibiotica volledig uitnemen, inclusief de dag van de wedstrijd. Maar de dag voor de wedstrijd heb ik zelf beslist om dit niet te doen, daar mijn maag de laatste dagen niet zo denderend aanvoelde, en ik last bleef hebben van vermoeidheid en lichte hoofdpijnen. Ik dacht/hoopte dat de medicatie hier de oorzaak van was.

Na een nacht ”rust” van 6 uren, ging de wekker af om 04u30. Bij het ontwaken was het mottige gevoel van de voorbije dagen niet verdwenen en stress voor de wedstrijd was er helemaal niet te bespeuren. Ik heb onmiddellijk een Dafalgan genomen om het mottige gevoel weg te werken. Tijdens het ontbijt vroeg ik me stilaan af of het verstandig was om te starten, en indien ik startte, wat zou het resultaat zijn, hoever zou mijn tocht dragen. Hopelijk is mijn fiets gestolen of heeft men mijn bike- en run-zak verstopt ;-)? De schrik voor een afgang zat er meer dan behoorlijk in.

Gelukkig ben ik bedeeld met een portie zelfrelativering en kan ik dingen snel van me afzetten als het moet. En GRINTA zou me bijstaan, mijn nummer was aan de achterzijde voorzien van een beetje GRINTA en de binnenzijde van linker- en rechterhand werden ook gesierd met dit nieuwe woord. De zin om deze op de benen te schrijven was ook aanwezig, maar de bovenbuis van de fiets was al voorzien van een GRINTA-sticker. En deze beeningeving was te idioot om uit te voeren--> hm hm zelfrelativering …

6u50. Ik nestel me tussen de andere triatleten aan de startzone, zonder zenuwen of stress, een zeer raar gevoel. Emoties komen toch een beetje los als je de 1070 atleten hoort klappen in de handen en de adrenaline begint te stromen. Het startschot wordt vergezeld met de gedachte “oh boy”. De eerste zwemronde wordt afgelegd in +/-34min, bestaande uit enkele files, schermutselingen, en enkele mondspoelingen met zout water. Het gevoel is niet slecht, en ik zit in een redelijk tempo. Maar bij het uit het water komen van de eerste ronde is die +/-34min geen goede indicator dacht ik. Soit, “Doe uw best en begin aan de 2de ronde, watje!”, ging er door het hoofd. Op 1u06min en wat kleingeld zette ik terug voet op het strand. Joggend aan Hr 175! naar wisselzone T1, word je door hazewinden voorbijgestoken en opzij geduwd. Na een vlotte, rustige wissel loop ik naar mijn fiets en merk tot mijn verbazing dat Kurt zijn fiets nog onaangeroerd staat. “Wat heeft die meegemaakt??”, is de eerste reactie. Gelukkig zie ik hem verschijnen uit de wisselzone. “Tot binnen een paar minuten”; zeggen mijn ogen als ik hem aankijk en met mijn fiets naar de uitgang van het fietsenpark loop. Hartslag laten dalen naar +/-155 is de eerste boodschap en ik rijd de eerste 5km op mijn 39. Niet achterom kijken en je eigen wedstrijd doen, de rest zien we wel, spreek ik mezelf moed in. Na +/- 10km wordt ik in een afdalinkje omzwermd door een groepje van 6 “triatleten”. Om niet te stayeren moet ik mijn snelheid naar 34km/h laten zakken en word ik helemaal ingesloten. Hier moet ik uit, en ik demarreer zowaar uit de groep. Op hetzelfde ogenblik zie ik dat Kurt is komen “aansluiten”. De wereld komt terug op zijn positieven. Het groepje van 6 heb ik niet meer gezien, en Kurt is mee opgeschoven. Tijdens de eerste echte redelijke “klim” komt Kurt over mij, met de boodschap dat alles dik in orde is. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat de Dafalgan mijn hoofd heeft vrijgemaakt, mijn benen goed aanvoelen en de maag in een redelijke toestand is, en het belangrijkste, de hartslag zit tussen 150 en 160. Tijdens de eerste bevoorrading zie ik Kurt verder wegrijden (te groot vind ik), wegens enige onhandigheid van mijnentwege en het bewust inhouden voor wat komen zal. De lange vals plat dalende weg naar El Golfo en El Golfo zelf, is me op het lijf geschreven. Zonder te forceren kom ik terug tot bij Kurt en ga er zelfs over met enige schroom. Kurt komt me terug voorbij, hij bekijkt mijn hartslagmeter en is verrast te zien dat deze op 155 staat. Zijn hartslag ligt stukken hoger vertelt hij, en twijfel neemt de bovenhand merk ik. Ik schakel een tand groter en ga terug over Kurt, zonder een woord te zeggen, geconcentreerd op de wedstrijd. Timanfaya is sinds dit jaar voorzien van een mooie laag asfalt en de bijna rugwind maakt van deze gevreesde helling een “makkelijke” opdracht. Toch word ik te voet gesteld door mijn ketting, die geen zin meer heeft om op het tandwiel te blijven zitten.
Terwijl ik mijn ketting teruglegde op de plaats waar ze hoorde, kwam Kurt me terug voorbij. Ontgoocheling kwam opzetten, want het gat was geslagen, en Kurt kennende zou hij zich gaan forceren om in de buurt te blijven. Terug naar af, maar het gevoel van ontgoocheling gaf anderzijds een positief element aan de wedstrijd, IK HAD ER ZIN IN. Tijdens de beklimming van de Timanfaya ging ik terug over Kurt (die mijn inziens nog steeds te groot trapte) om hem definitief achter te laten, zou later blijken. Het weer was op dat moment niet wat het moest zijn, wolken, koud, “regen”. Maar de wind was ons gunstig gezind. De beklimmingen van Teguise, Haria en Mirador del rio gingen allen vrij goed, enkel werd ik op de klim van Teguise weer te voet gesteld, door het verlies van mijn “bidon” gereedschap /reserve banden tijdens de bevoorrading. Alles teruggevonden behalve de trekkers, maar soit, zonder trekkers moet dat ook gaan, indien nodig neem ik een takje langs de weg. Boven op Mirador del Rio keek ik op mijn klok en zag 12u00 staan. Denkend aan vorig jaar, moest het mogelijk zijn om de laatste 60km af te leggen aan 1u45. Dus zou ik binnenkomen op +/- 6u45, dit zou onwaarschijnlijk mooi zijn. Doch dit is gerekend buiten het grillige eiland Lanzarote. Ondertussen was de wind aangewakkerd en kregen we die in our face te verwerken. Na de afdaling van 10 km mochten we nog 40km tegen de wind opboksen. Hier heb ik gas teruggenomen, omdat ik wist dat er nog een zeer zwaar stuk voor de wielen werd geschoven. En inderdaad, terug het binnenland indraaiend stond 80% van de atleten bijna geparkeerd. Parcourskennis is soms goud waard en de verhoopte 1u45 werd uiteindelijk 2u12.
Ik kwam nog redelijk “fris” in de wisselzone aan, waar het ongelooflijk druk was. Ik nam zoals gewoonlijk mijn tijd om me om te kleden, en kon me met een te lange wissel aan de laatste opdracht ten prooi te geven. Tijdens het buitenlopen in de wisselzone kon ik ook kijken welke schade Kurt had opgelopen en ook niet te vergeten Karel, want Karel staat bekend als een sterk fietser en heel goed loper. Na 2 km lopen nog niemand te zien. Zou ik hen gemist hebben? Na 3km zag ik Kurt het loopparcours opdraaien met de fiets, snel rekenend, had ik een voorsprong van om en bij de 25 à 30minuten, van Karel geen spoor, JAWADDDE. Blijven lopen Danny zei ik tegen mezelf, Kurt dient een half uur dicht te lopen. Na +/-7.5km kwam ik Kurt tegen, voorsprong 5km. Na 9 km kwam ik Karel tegen, voorsprong 8 km. Dit zou niet meer veranderen, ik zou zelfs nog een beetje uitlopen. De 1ste 10.5km liep ik in 57min, het voelde goed aan, en de droom van -4uur lopen lag in het verschiet. Na 12km begon echter mijn rechterheup te protesteren, een kwaaltje dat ik heb opgelopen tijdens een fietstraining en de hartslag ging naar 160. Minderen was de boodschap, met als gevolg dat de irritatie op de heup groter werd, ik de voet anders ging plaatsen en dit zich doorzette op de knie. Het was te harden tot de laatste 7.5km, vanaf toen ben ik van drankpost naar drankpost gelopen. Drinken aannemen en heup en knie effe ontlasten en masseren en na een 20meter wandelen terug naar de volgende drankpost. Genieten heb ik niet kunnen doen van de laatste kms, maar ik heb GRINTA getoond. En vele goden aangeroepen om me de moed te geven om vol te houden. Na 11u37, kon ik de knop omdraaien en mijn lichaam rust gunnen.

Na de perikelen van de voorafgaande dagen aan de wedstrijd, heb ik mijns inziens een goede wedstrijd gedaan. Het ging vrij goed, het fietsen ging zelfs zeer goed. Volk dat ik heb voorbijgestoken, niet normaal. Mijn nieuwe fiets is een fantastisch machientje dat ook veel heeft bijgedragen tot deze goede fietstijd. Het wisselen is een ramp, maar ja, wat heb ik te winnen met wissels die ik eigenlijk een 3-tal minuten sneller kan uitvoeren. Dan liever rustig wisselen en ontstressen. Doch heb ik effe een analyse gedaan aan de hand van de tijden, ik kom 255ste uit het water, ik vertrek als 342ste uit de wisselzone, echt waar, maar liefst 87 personen zijn mij voorafgegaan. Ik fiets naar positie 241, 101 plaatsen goedgemaakt. En met het lopen verlies ik een 50-tal plaatsen. Het lopen ging niet goed, te wijten aan de heup, maar zou het zonder de heup beter zijn geweest? Ja, daar ben ik zeker van. Onder de 4 uur? Ik denk het niet, maar het zou niet veel gescheeld hebben. Ik moet hier is met de coach over praten, tijdens de eerste 12 km zat ik in een goed tempo. Daarna moeten terugschroeven en dat loopt dan niet lekker meer. Indien ik volgend jaar een volledige zal doen, zal ik op het gevoel lopen en niet op hartslag (tenzij ie de pan uitswingt natuurlijk). Ik ben er zeker van dat ik onder de 4 uur kan lopen. Maar dat zal misschien voor een andere keer zijn, als die er ooit komt, maar toch niet meer in Lanzarote?

Maar één ding mogen we niet vergeten, ondanks tijden die we nastreven, wedstrijden in wedstrijden beslechten, desillusies die we tijdens de wedstrijd en na de aankomst te verwerken krijgen, we dwingen met onze prestaties respect af van toeschouwers. Kurt en ik mochten dit aan den lijve ondervinden. De dagen na de wedstrijd werden we in het hotel bekeken als aliens, “dat zijn Ironmannen”, zag je iedereen met het nodige respect denken. En we werden er ook over aangesproken. Maar de kers op de taart was de avond na de wedstrijd, waar we op straat, eens voor de verandering een “dronken” Engelsman tegenkwamen, die ons aansprak en voor de ganse omgeving uitbrulde: “YOU ARE FUCKING HEROES” , tot we uit zijn troebele zicht verdwenen. En dronken mensen spreken de waarheid, dat is algemeen geweten.

maandag 14 mei 2007

Fine tuning deel 04

Zoals je kan zien, I AM READY. Nog 5 DAGEN te gaan en ik zal me op 19 mei omstreeks 06u50 wederom afvragen waarom ik aan de start van de volledige afstand sta, wat en aan wie dien ik te bewijzen dat ik dit kan, waarom de pijn opzoeken van de spieren terwijl ik diezelfde dag met mijn luie krent een afdruk kan maken in het strand van Puerto del Carmen. Op dat moment zal ik terugdenken aan de blog met titel “Lanzarote” van de maand januari, en dan kom het allemaal wel weer goed in het kopke.

De laatste dagen dien ik echter in te zetten met antibiotica. De wind en regen hebben mijn amandelen bij de keel genomen en een ontsteking achtergelaten. De laatste 3 maanden heb ik 6 keer de dokter mogen bezoeken, heb ik pillen gesnoept en diende ik de trainingen aan 80-90% van de voorgeschreven intensiteit uit te voeren. Eindbalans, zwemmen zit redelijk goed, het fietsen is in orde (gelukkig zit er geen Col La Slucht in de wedstrijd), en het lopen is volgens de uitgevoerde trainingen beter dan vorig jaar. Dus, zal ik onder de dezelfde wedstrijdcondities mijn tijd van vorig jaar moeten kunnen evenaren. Stiekem hoop ik op een looptijd onder de 4 uren en de rest is allemaal meegenomen. En over wedstrijdcondities gesproken, men verwacht 27 à 30°C en bijna GEEN wind, dat is al even erg als veel wind, het loopgedeelte zal moordend zijn in die condities.

De voorbije 2 weken werd aan fine-fine tuning gedaan en ondanks mijn Vogezen-Epos en mijn keeltrauma zijn de voortekenen gunstig. Er zat/zit kracht in de benen, de recuperatie is goed, ik slaap goed, … Vandaag ga ik mijn body nog is onder handen laten nemen, alles inpakken, fiets kuisen en inpakken, … En vanaf woensdag schijnt er een zon aan 27 à 30°C op mijn kopke, die het genezingsproces zeker zal versnellen.

En bij deze wil ik mijn vrouwke eren voor haar opofferingen en mijn grillen, die ze de laatste weken heeft moeten doorstaan, THANKS …..


Hij die zaterdag 19 mei vele malen zal sterven groet u …. (wat een vooruitzicht)

donderdag 3 mei 2007

Fine tuning deel 03

De voorbije 4 dagen hebben 3 leden van de triatlonclub (vrienden genaamd) en ik vertoefd in de Vogezen. De start van 10 dagen zware trainingsarbeid om dan stilaan beginnen te taperen. Ik keek er enorm naar uit om mijn fietske schuin tegen de collekes te plaatsen en te zien wat de voorbije maanden van training hadden opgebracht.



Dag 1 stond er een rit van 150km met een 6-tal cols op het menu. In de Vogezen is dat niet moeilijk om zoveel cols te vinden, want rijd je er één op en dan beland je voor 95% in een ander vallei bij de afdaling. En om eruit te geraken dien je spijtig genoeg terug een col over.

Het weer was prachtig, te warm aangekleed en na een 0,5 uur fietsen was mijn hoofd de ader geworden van vele zweetrivieren, hetgeen de ganse dag het geval zou zijn. Na een 2-tal cols beklommen te hebben en een tankbeurt stuurde de papieren GPS ons naar “Le petit ballon” via een klein colleke. Dit klein colleke van een 5-tal km bleek een kuitenbijter van formaat te zijn en eenmaal boven aangekomen liep de weg dood. Dus terug naar beneden en op zoek naar “Le petit ballon”, spijtig genoeg vonden we deze snel. Griekse tragedies verbleken bij de doorstane momenten van zelfkastijding en onmacht tijdens deze klim. Serieus diep in de reserves moeten tasten en met lege ogen en een mentaal krasje, de afdaling ingezet op zoek naar de rest. Beneden aangekomen, bij G.J.G. met 105km op de teller, mocht ik de terugweg kiezen tussen 50km en een klim van 20km, of 40km en 2 klimmekes van +/-5km. G.J.G. namen de opgelopen schade van mijn kadaver op en beslisten om voor de 40km te opteren. Wij weg en begonnen dadelijk aan de 1ste klim. Die 5km bleken uiteindelijk 9km, waarvan ik de laatste 2km te voet werd gesteld. Volkomen leeg, nog niet hersteld van de 2 KLEIN collekes, de man met de hamer meerder malen tegengekomen, geen drinken meer, nog 3 dagen in het vooruitzicht, …. Boven aangekomen -dacht ik-, sprong ik terug op de fiets, om mijn tocht alleen verder te zetten. Na een afdaling van 500m ging het terug serieus omhoog om even later op een plateau te belanden, ook beter bekend als een deel van de Crête-route. Na een 0.5uurke gestopt om 2 grote cola’s te drinken, op een terras, vanwaar ik een fantastisch zicht had op onderliggende vallei en ingebed meer. Daar begon ik me af te vragen waar ik mee bezig was en wou er op een bepaald moment volledig mee stoppen. Maar het uitzicht en bijhorend gevoel maakten me duidelijk dat je intenser in je omgeving opgaat als je zelf uren deel uitmaakt van de omgeving (fietsend of wandelend, geen auto of moto). En dat compenseert de geleden schade. Dus sprong ik, na het zelfbeklag op het terras achterlatend, terug mijn fiets op om de tocht huiswaarts verder te zetten. De weg gevraagd naar La Schlucht aan een lokale Vogees, die me erop aandrong om haast te maken, al wijzend met zijn knokige vinger naar het opkomende onweer. Eenmaal aan La Schlucht aangekomen moest ik de juiste zijde van La Schlucht nemen, om na de 12km lange afdaling, nog een resterende kuiterige 5km te overbruggen, opdat ik me zou kunnen neergooien op mijn bed. Met de gedachte “bijna thuis” en bijhorende glimlach zette ik de afdaling in. Zo goed als aangekomen in het dal verscheen het bordje “Bienvenue dans la vallée de Munster”. Mijn glimlach draaide zich 180 graden en het grootste gevoel van stomheid sinds het bestaan der “mensheid” overmande me. Ik was de verkeerde kant afgedaald! En er is maar 1 weg terug, 12 km terug naar omhoog. Ik heb een 3-tal km geprobeerd via een ander col uit de vallei te geraken maar die draaide de verkeerde kant op en dan ben ik maar terug gedraaid. Ik stond daar, met nog zo’n 1uur45min voor de boeg (met 15km klimmen), leeggereden, geen drinken, er was onweer op komst, +/-19h00, geen GSM. Alles opgeteld was er maar 1 ding dat vaststond, ik moest zo snel en levend mogelijk bovengeraken. Ik zag aan de kant een oudere heer staan met een scooter. Ik deed het niet graag, mijn ego weet je wel, maar het bleek op dat moment de verstandigste keuze. Schaamrodig vroeg ik of hij bergop moest, en of ik mocht aanhangen. Wij weg. Na 3km begon mijn aanhangarm pijn te doen, op km 6 van de klim kon ik het niet meer houden, en de oudere heer op de scooter begon ook last te krijgen van zijn schouder. Dus liet ik los, bedankte hem uit de grond van mijn hart, en begon met de moed der wanhoop aan de laatste 6km van de col de La Schlucht. Buiten het feit dat mijn beschermengel een ouder heer op scooter had bezorgd, had ik precies 2 nieuwe benen gekregen. Ik reed vrij vlot naar boven, boven aangekomen bekeek ik de bewegwijzering minstens 3 maal, en zette de afdaling in langs de goede zijde van de col. De laatste 2 uren moest ik ook constant aan mijn metgezellen denken, over de zorgen die ze zich moesten maken. In ons verblijf aangekomen, verontschuldigde ik me omdat ik mijn GSM was vergeten en mocht ik mijn verhaal doen aan 3 opgeluchte collega’s tijdens een verfijnde pasta maaltijd “Vegie-Goatier”. De statistieken van de dag, 181 km gefietst in 8u15 en ongeveer 3700m hoogteverschil overwonnen.

De 2de en 3de dag heb ik het bewuster rustiger aangedaan, 91km (30km ingekort te wijten stortbuien), 95km gefietst en een 50min losgelopen. De inspanningen van de eerste dag bleven die 2 dagen toch nog nazinderen.

De 4de dag zijn we met zijn 4-en een uur gaan fartlekken op de Honeck-berg, het hoogste topje van de Vogezen (als ik me niet vergis). Een licht heuvelend plateau volgens de coach. Heeft die zich uiteindelijk een beetje vergist, swat, hij is ook niet meer van de jongste en er komen duidelijk (misschien opzettelijk) gaten in de kale hersenpan. Het ging continu op en af, via grindpaden, bospaden, “weide/veen”, langs restjes sneeuw, die zich in de schaduw nestelden om te overleven, … . Prachtige vergezichten, die we slecht enkele blikken konden geven, anders gingen wij op ons gezicht. Na een dik 0.5 uur lopen besloten we om langs de weg terug te lopen daar het ons te gevaarlijk leek om dezelfde weg door deze ongerepte natuur terug te lopen. Moe maar voldaan arriveerden we terug bij ons startpunt. Snel terug naar het logement, een beestige omelet gegeten, alles inpakken en huiswaarts getrokken.

Deze 4-daagse maakte deel uit van de finetuning, ik kan in alle eerlijkheid vertellen dat ik niet weet wat me deze trip zal opbrengen. Maar om het op zen Huysentruyts te zeggen: “En Danny, wat hebben we na 4dagen geleerd?”

Ten eerste: Steek een 27 vanachter als je nog eens naar de Vogezen gaat.
Ten tweede: Vergeet niet te drinken
Ten derde: Vergeet niet te eten
Ten vierde: Vergeet je GSM niet mee te nemen
Ten vijfde: Je zal nooit een begenadigd klimmer worden
Ten zesde: Ik heb wat meer GRINTA nodig …